4.6 Conclusies en vragenHet Voorontwerp van Wet en de Memorie van Toelichting benaderen de problematiek van cryptografie op een manier die vergelijkbaar is met de problematiek rond (vuur)wapens. Door niet alleen het gebruik van cryptografie, maar ook het in bezit hebben van en het handelen in cryptografie strafbaar te stellen c.q. aan banden te leggen, wordt getracht de negatieve effecten ervan te beperken. Degenen die cryptografie willen gebruiken en een gerechtvaardigd belang hebben, kunnen daarvoor vergunning krijgen, onder de voorwaarde dat de overheid voldoende kennis van de gebruikte systemen heeft om in voorkomende gevallen de versleutelde berichtenstroom af te kunnen tappen. De drie besproken onderzoeken wijzen vooral op een aantal
praktische bezwaren:
Naast deze bezwaren wordt geadviseerd de gehanteerde definities te verscherpen en de regelgeving bij voorkeur in Europees verband te realiseren. Mede omdat in elk van de drie onderzoeken al dan niet expliciet
de noodzaak van wetgeving op het gebied van cryptografie wordt
aanvaard, blijven enkele boeiende vraagstukken onbesproken:
Deze vragen komen aan de orde in de volgende hoofdstukken. |